Zorg ervoor dat de boter en ei allebei op kamertemperatuur zijn voordat je ze gebruikt. Zo mengen ze beter en lost de suiker er beter in op.
Klop eerst de boter totdat hij romig is. Voeg geleidelijk de suiker erbij, en blijf dit mixen totdat het opgelost is in de boter.
Wanneer het wit begint te worden voeg je de geklopte eieren toe en meng je goed. Voeg niet al het ei tegelijkertijd toe, anders scheidt de boter zich.
Voeg het bakpoeder toe aan de bloem en meng het met een spatel. Zeef dit bloemmengsel in een kom. Zeef het nogmaals.
Voeg 1/3e van de bloem toe aan het botermengsel. Meng dit een beetje met een spatel. Voeg nog 1/3e van het bloem toe en meng weer een beetje. Meng de rest van de bloem er door en blijf roeren tot de bloem grondig gemengd is, maar wees voorzichtig dat je het deeg niet teveel mixt.
Plaats het deeg op een bakplaat bedekt met plasticfolie. Bedek je handen met bloem en rol het deeg in een rol. Bedek de rol met plasticfolie en laat het meer dan 1 uur afkoelen in de koelkast.
Voeg de suiker, zout en gist toe aan de bloem. Meng het bloemmengsel goed door elkaar. Verdun het geklopte ei met het warme water en de lauwe melk. Giet dit beetje bij beetje door de bloem en roer met een spatel totdat je een gladde massa hebt.
Kneed het deeg totdat het deeg minder plakkerig is. Gebruik de techniek rekken en vouwen om gluten te ontwikkelen en het elastisch te maken: Begin door met de muis van je hand het deeg van je af te duwen. Gebruik hierbij een vloeiende beweging en rek het deeg licht uit. Vouw het vervolgens weer naar je toe door het terug te brengen naar het midden. Draai het deeg een kwartslag en herhaal dit proces.
Maak het deeg plat en smeer de boter er op. Vouw de rand van de buitenkant naar binnen en kneed de boter er doorheen.
Kneed het deeg en herhaal dit proces voor 10 minuten. Het deeg is nu glad en glanzend.
Vorm het deeg in een bal en leg het terug in de kom. Bedek met plasticfolie en laat het rusten op een warme plek voor 40 minuten.
Het deeg is nu 50% toegenomen in volume. Verwijder de plasticfolie. Bedek je vinger met bloem en druk met je vinger een gat in het deeg. Als het gat snel verdwijnt zal het deeg nog langer moeten gisten.
Strooi bloem over een snijplank en leg daar het deeg op. Druk het deeg plat om de lucht er in te verwijderen. Rol het deeg tot een lange rol. Verdeel het deeg in 10 gelijke stukken. Zorg er voor dat ze ongeveer even zwaar zijn.
Maak balletjes van het deeg en leg de deegballetjes verspreid op een bakplaat bedekt met bloem. Bedek dit geheel met plasticfolie en laat ze 20 minuten rusten op kamertemperatuur.
Verdeel in de tussentijd het koekjesdeeg in ronde plakken. Verdeel het deeg in 10 stukken. Weeg elk stukje en zorg ervoor dat ze allemaal even veel wegen. Strooi een beetje bloem over je handen en vorm elk stuk deeg naar een bal.
Leg de bal op plasticfolie, bedek dit met nog een laag plasticfolie en druk het plat
Leg de koekjesdeeg plakken op een plaat besprenkeld met bloem. Plaats de plaat in de koelkast terwijl het deeg rust. Dit zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om met het koekjesdeeg om te gaan.
Hervorm elk stuk brooddeeg naar een bal, bedek dit met een plak koekjesdeeg en pas de vorm aan. Hou het deeg op zijn kop en strek het koekjesdeeg uit naar het midden.
Knijp de bodem van het brooddeeg samen, houd de Melonpan hier aan vast en rol het koekjesdeeg in een laagje suiker. Houd de Melonpan in de palm van je hand en maak een diamant patroon op de bovenkant
Leg de Melonpan op een bakplaat bedekt met bakpapier.
Zet de Melonpan in een warme plek voor een tweede gisting. Na 40 minuten horen de Melonpan ongeveer twee keer zo groot te zijn geworden.
Verwarm de oven voor op 170 graden en bak de Melonpan in ongeveer 12 minuten. Wanneer elke Melonpan een beetje begint te bruinen aan de bovenkant kun je de bakplaat er uit halen. Laat ze afkoelen en daarna zijn ze klaar om te serveren!